vliegtuig 1

Pagina top navigatie elementen

Een vliegend voorwerp: uitvoeren

Transcript

LEERLING: Dit is gewoon precies goed, kijk zo.
LEERLING: Dit is wel heel moeilijk.
LEERLING: Maar effe kijken hoor… (…) hier, moet je via die kant zo maken zo kijk zo. Zo ziet onze vliegtuig eruit. Kijk. Dan maken hier een gaatje, daar een gaatje. En hier…
LEERLING: (…) plakband.
LEERLING: Ja, maar hij moet dik zijn, dik zijn. Meester mogen we het plakband nog lenen?
LEERKRACHT: Plakband had je toch al?

Wat zie ik hier?

  • School: SBO SAM
  • Les: Een vliegend voorwerp maken
  • Leerlingen hebben de opdracht gekregen om een vliegend voorwerp te maken van papier, elastiek, paperclips, plakband en rietjes. Doel is niet dat het iets moois wordt, maar dat het voorwerp zo lang mogelijk in de lucht blijft zweven. Leerlingen maken eerst in tweetallen een ontwerp op papier. Dit ontwerp bouwen ze vervolgens na. Gedurende de les proberen de leerlingen het vliegtuigje uit en stellen het ontwerp bij. De leerkracht begeleidt hen hierin: moet er bijvoorbeeld niet iets zwaars aan de onderkant hangen? Na afloop van de les worden alle vliegtuigen getest. De leerkracht laat ze één voor één van het dak van de school afvallen. Welke blijft het langste zweven en waarom?

Wat doen de leerlingen?

Je ziet de leerlingen samen bouwen aan het vliegende voorwerp. Nadat ze een ontwerp op papier hebben gemaakt, gaan ze aan de slag. Maar tijdens het bouwen merkt een leerling op dat ze het ontwerp aan moeten passen. Even terug naar de tekening dus! Waar moeten de gaatjes en waarom? Bovendien wil hij het voorwerp dikker maken, zodat het langer blijft zweven. Na dit korte overleg tussen de leerlingen waarin ze hun keuzes beargumenteren, kunnen ze weer verder met bouwen.

lesfasen